Deming's 14 principes
- Willem Heijboer

In een tijd waarin veel organisaties streven naar kortetermijnresultaten, benadrukte W. Edwards Deming het belang van langetermijndenken en continue verbetering. Zijn 14 managementprincipes vormen een samenhangend raamwerk dat organisaties helpt om kwaliteit, samenwerking en leiderschap centraal te stellen. Deze principes zijn niet alleen historisch relevant, maar bieden ook vandaag de dag waardevolle inzichten voor organisaties die streven naar duurzame groei en klanttevredenheid.

Wie was W. Edwards Deming?

W. Edwards Deming geldt als een van de belangrijkste denkers op het gebied van kwaliteitsmanagement. Zijn ideeën vormen de basis van veel moderne verbetermethoden, waaronder Lean Six Sigma. Toch is hij bij veel professionals minder bekend dan hij verdient. Terwijl zijn principes verrassend praktisch en toepasbaar zijn, ook vandaag de dag. Deming combineerde statistiek, verandermanagement en menselijk gedrag tot één samenhangende visie op organisatieontwikkeling.

Korte tijdlijn van Deming’s leven:

  • 1900: Geboren in Sioux City, Iowa (VS)

  • 1928: Promoveert in de natuurkunde

  • 1940s: Werkt bij het US Census Bureau aan statistische procescontrole

  • 1950: Adviseert Japanse bedrijven over kwaliteitsverbetering

  • 1951: Publiceert zijn eerste boek over kwaliteitszorg

  • 1980: Breekt door in de VS na een tv-documentaire over Japanse kwaliteit

  • 1982: Brengt Out of the Crisis uit, met daarin zijn 14 managementprincipes

  • 1993: Overlijdt op 93-jarige leeftijd

Deming zag organisaties als systemen. Wilde je verbeteren, dan moest je niet wijzen naar medewerkers, maar het systeem onder de loep nemen. Daarmee raakte hij aan de kern van Lean denken: processen verbeteren zodat mensen hun werk beter kunnen doen. Zijn aanpak leidde tot enorme successen in Japan, maar is ook nu nog volop van waarde in sectoren als zorg, overheid en zakelijke dienstverlening.

Het fundament: Het Systeem van Diepgaande Kennis

Deming’s 14 principes staan niet op zichzelf. Ze rusten op een breder denkkader dat hij het System of Profound Knowledge noemde. Dit fundament bestaat uit vier samenhangende onderdelen: waardering voor systemen, kennis over variatie, theorie van kennis en inzicht in menselijke psychologie. Samen vormen ze een manier van kijken naar organisaties die helpt om structureel en duurzaam te verbeteren. Voor wie werkt met Lean Six Sigma, is dit herkenbaar. Ook daar draait het om procesdenken, het begrijpen van variatie en het betrekken van mensen bij verandering.

Waardering voor systemen betekent dat je het geheel overziet: afdelingen, processen en mensen zijn onderling verbonden. Kennis van variatie helpt je te onderscheiden tussen ruis en echte problemen. De theorie van kennis dwingt je na te denken over hoe je leert en verbetert — niet zomaar iets proberen, maar onderbouwd experimenteren. En met psychologie bedoelt Deming dat je rekening houdt met motivatie, gedrag en samenwerking. Juist die mix maakt zijn aanpak zo krachtig. Het gaat niet alleen om cijfers of processen, maar om het geheel waarin mensen werken.

De 14 Principes van Deming

De 14 principes van Deming zijn afkomstig uit zijn boek Out of the Crisis uit 1982. Hij stelde deze principes op als reactie op de toenemende kwaliteitsproblemen in Amerikaanse bedrijven. Terwijl Japan grote stappen zette in productkwaliteit en klantgerichtheid, bleef het Westen vaak hangen in controle en kostenreductie. Deming zag dat echte verbetering alleen mogelijk was als het management zijn aanpak fundamenteel zou veranderen. Zijn principes zijn bedoeld als leidraad voor leiders die structureel willen bouwen aan kwaliteit, samenwerking en continu verbeteren.

Hieronder staan de 14 principes zoals Deming ze formuleerde:

  1. Creëer constante doelgerichtheid voor verbetering

  2. Adopteer de nieuwe filosofie

  3. Stop met afhankelijkheid van inspectie

  4. Beëindig de praktijk van inkopen op basis van prijs alleen

  5. Verbeter constant en voor altijd het systeem van productie en dienstverlening

  6. Installeer training op de werkplek

  7. Installeer leiderschap

  8. Verdrijf angst

  9. Breek barrières tussen afdelingen af

  10. Elimineer leuzen, aansporingen en doelen

  11. Elimineer kwantitatieve normen

  12. Verwijder belemmeringen die trots op vakmanschap in de weg staan

  13. Stimuleer onderwijs en zelfverbetering

  14. Zet iedereen in het bedrijf in voor de transformatie

In de volgende hoofdstukken wordt ieder principe afzonderlijk uitgelegd. Daarbij leg ik steeds de link met Lean Six Sigma, geef ik praktijkvoorbeelden en laat ik zien hoe je er vandaag nog mee aan de slag kunt.

Principe 1: Creëer constante doelgerichtheid voor verbetering

Volgens Deming moet elke organisatie zich richten op voortdurende verbetering van producten, diensten en processen. Niet omdat klanten erom vragen, maar omdat het de enige manier is om op lange termijn te overleven. Organisaties die alleen reageren op incidenten of kwartaalresultaten, lopen achter de feiten aan. Door een vaste koers te bepalen richting kwaliteit en waarde voor de klant, ontstaat er rust, focus en ruimte voor echte vooruitgang.

Verbetering stopt dus niet bij een project of een eenmalige optimalisatie. Het vraagt om een houding die geworteld zit in het leiderschap en de bedrijfscultuur. Dat betekent investeren in mensen, processen en systemen; ook als daar op korte termijn geen directe opbrengst tegenover staat. Denk aan het standaardiseren van werk, het leren van fouten of het verbeteren van samenwerking tussen afdelingen. Juist dit soort zaken bepalen de toekomstbestendigheid van je organisatie.

Constante verbetering begint met constante aandacht. En die aandacht moet komen vanuit de top.

Principe 2: Adopteer de nieuwe filosofie

Waarom blijft het zo moeilijk om echt anders te gaan denken? Veel organisaties zeggen wel dat ze willen verbeteren, maar blijven vasthouden aan oude patronen. Deming pleit ervoor om deze reflex actief te doorbreken. Het gaat niet om wat je zegt, maar om wat je doet. De nieuwe filosofie waar hij over spreekt, vraagt om een radicale omslag: van controleren naar begrijpen, van optimaliseren op winst naar optimaliseren op waarde.

Wie deze denkwijze serieus neemt, stelt andere vragen in de bestuurskamer. In plaats van “hoe besparen we kosten?” wordt het “hoe voorkomen we verspilling?”. En waar vroeger de nadruk lag op het halen van deadlines, komt nu de focus te liggen op leren en verbeteren. De nieuwe filosofie is dus geen modetrend, maar een fundamenteel andere kijk op organiseren. Pas als die écht wordt omarmd, wordt continu verbeteren mogelijk.

Principe 3: Stop met afhankelijkheid van inspectie

We kennen het allemaal: processen die niet goed zijn ingericht, maar waar aan het eind iemand staat om fouten op te vangen. Extra controles, eindchecks, hertellingen. Tijdrovend, duur en frustrerend. Toch vertrouwen veel organisaties nog steeds op inspectie als middel om kwaliteit te borgen. Deming stelt terecht dat dit symptoombestrijding is. Je repareert achteraf wat je eerder had moeten voorkomen.

Inspectie gaat uit van het idee dat fouten onvermijdelijk zijn. Maar wat als je processen zo inricht dat de kans op fouten minimaal is? Dat is precies wat Deming voorstelt. Bouw kwaliteit in aan de bron. Richt processen zo in dat afwijkingen worden voorkomen of direct worden gesignaleerd. Denk aan duidelijke werkinstructies, visuele controle, of systemen die fouten automatisch blokkeren (zoals bij Poka Yoke in Lean).

Zodra inspectie een vangnet wordt in plaats van een aanvulling, zit je in de verkeerde reflex. Kwaliteit hoort in het proces te zitten, niet op het eind van de lijn.

Principe 4: Beëindig de praktijk van inkopen op basis van prijs alleen

Een productiebedrijf werkte jarenlang met verschillende toeleveranciers. Elke bestelling ging naar de goedkoopste aanbieder, ongeacht eerdere prestaties. Op papier leek dit efficiënt. In de praktijk leidde het tot kwaliteitsproblemen, vertragingen en extra werk om fouten te herstellen. Uiteindelijk kostte het meer dan het opleverde.

Deming waarschuwt hier al decennia voor. Organisaties die uitsluitend op prijs inkopen, nemen een groot risico. Ze vergeten dat kwaliteit, leverbetrouwbaarheid en samenwerking minstens zo belangrijk zijn. De laagste prijs is zelden de beste keuze op lange termijn. Zeker niet als het leidt tot herwerk, reputatieschade of onbetrouwbare levering.

Bouw liever aan stabiele, langdurige relaties met leveranciers. Werk samen aan kwaliteitsverbetering, deel kennis en zoek naar win-winoplossingen. Zo versterk je niet alleen je eigen proces, maar ook dat van de keten waarin je opereert.

Principe 5: Verbeter constant en voor altijd het systeem van productie en dienstverlening

Deming benadrukt dat verbetering geen project is, maar een manier van werken. Niet iets wat je eenmalig doet na een klantklacht of wanneer de marges onder druk staan. Het is een continu proces dat nooit af is. Systemen, processen en werkwijzen kunnen altijd slimmer, eenvoudiger of stabieler worden ingericht. De organisaties die dit beseffen, bouwen langzaam maar zeker aan een voorsprong.

Voor Lean Six Sigma-professionals is dit herkenbaar. DMAIC stopt niet na één ronde. Ook als een probleem is opgelost, kijk je verder: wat is de volgende kans? Waar is variatie nog te groot? Welk proces kan met minder verspilling? Deming vraagt leiders om deze verbetermentaliteit actief aan te moedigen. Niet als reactie op falen, maar als vanzelfsprekend onderdeel van het werk.

Wie echt duurzaam wil verbeteren, moet dat elke dag opnieuw willen doen.

Principe 6: Installeer training op de werkplek

Dit principe lijkt vanzelfsprekend, maar wordt in de praktijk vaak overgeslagen of te mager ingevuld. Training wordt nog te vaak gezien als iets wat “HR regelt” of iets dat je even tussendoor doet. Maar als mensen hun werk niet goed begrijpen of onvoldoende inzicht hebben in het proces waarin ze werken, kun je ook geen kwaliteit verwachten.

Deming stelt dat je als organisatie verantwoordelijk bent voor het op peil houden én uitbreiden van de kennis van je medewerkers. Dit gaat verder dan een inwerkprogramma. Het gaat ook over het leren begrijpen van variatie, het analyseren van problemen, het samenwerken over afdelingen heen. Zeker bij procesgericht werken is deze kennis cruciaal. Want zonder training op de inhoud én op samenwerking, verandert er weinig structureel.

Goed opgeleide mensen maken minder fouten, verbeteren meer en voelen zich zekerder in hun rol.

Principe 7: Installeer leiderschap

Een teamleider in een zorginstelling liep elke ochtend zijn afdeling rond. Hij vroeg niet naar het rooster of de KPI's van de dag, maar naar wat zijn collega’s nodig hadden om hun werk goed te doen. Hij hielp mee bij piekmomenten, haalde ruis uit het proces en regelde extra ondersteuning als dat nodig was. Zijn rol was helder: hij was er om problemen op te lossen, niet om mensen af te rekenen.

Dat is waar Deming op doelt met dit principe. Leiderschap is geen controlemechanisme. Het draait om begeleiden, ondersteunen en richting geven. Een leider moet barrières wegnemen zodat medewerkers kunnen leveren wat van hen gevraagd wordt. Denk aan onduidelijke processen, gebrekkige afstemming of onrealistische doelen.

Goed leiderschap creëert de ruimte waarin kwaliteit kan ontstaan. Niet door harder te duwen, maar door beter te begrijpen.

Principe 8: Verdrijf angst

“Daar durf ik niets van te zeggen, straks krijg ik het op mijn bord.” Het is een zin die je vaker hoort dan je lief is. Angst komt in veel vormen voor: angst voor fouten, voor oordeel van collega’s, voor kritiek van leidinggevenden. Die angst zorgt ervoor dat mensen zich terugtrekken, fouten verbergen of juist gaan overcompenseren.

Deming maakt hier korte metten mee. In een omgeving waar angst regeert, kan geen kwaliteit ontstaan. Medewerkers moeten zich veilig voelen om problemen te signaleren, vragen te stellen en verbeterideeën te delen. Pas dan kun je leren van fouten in plaats van ze te verbergen. De verantwoordelijkheid ligt bij het management: zij moeten actief bouwen aan een cultuur van vertrouwen.

Vertrouwen is geen vanzelfsprekendheid. Het moet elke dag worden verdiend.

Principe 9: Breek barrières tussen afdelingen af

Een ICT-afdeling en een klantcontactteam zaten maandenlang in de knoop. Tickets werden wel doorgezet, maar zonder context. De ene partij voelde zich overvraagd, de andere niet gehoord. Uiteindelijk moest een externe facilitator helpen om het gesprek open te breken. De oplossing bleek eenvoudig: gezamenlijke dagstarts en één aanspreekpunt per team.

Deming wijst erop dat organisaties vaak in silo’s denken, terwijl klanten een keten ervaren. Als afdelingen langs elkaar heen werken, ontstaan misverstanden, vertragingen en kwaliteitsverlies. Wil je verbeteren, dan moet je ketenbreed denken. Betrek collega’s van andere afdelingen bij je proces. Deel doelen, inzichten en verantwoordelijkheid.

Samenwerking stopt niet bij het organogram. Die begint bij wederzijds begrip.

Principe 10: Elimineer leuzen, aansporingen en doelen

Waarom werken slogans als “We gaan voor kwaliteit!” of “Foutenvrij werken!” eigenlijk niet? Omdat ze niks oplossen. Deming noemt deze slogans zelfs schadelijk. Ze leggen de verantwoordelijkheid voor kwaliteit bij de medewerker, terwijl het vaak het systeem is dat betere prestaties in de weg zit. Met slogans suggereer je dat mensen niet willen; terwijl het probleem meestal is dat ze niet kunnen.

Als je een bord ophangt met “Veiligheid voor alles”, maar mensen hebben onvoldoende beschermingsmiddelen, dan wek je cynisme in plaats van betrokkenheid. Goede bedoelingen zijn niet genoeg. Kwaliteit vraagt om ondersteuning, duidelijke processen en een cultuur waarin verbeteren normaal is.

Beter dan een leus is een luisterend oor en een concreet verbeterplan.

Principe 11: Elimineer kwantitatieve normen

Deming waarschuwt voor het gebruik van quota, productiedoelstellingen of andere numerieke normen als stuurmiddel voor medewerkers. Waarom? Omdat zulke normen vaak losstaan van de werkelijkheid van het werk. Ze zetten druk op output in plaats van kwaliteit. Ze negeren variatie in processen en omstandigheden. En ze nodigen uit tot symptoombestrijding of zelfs manipulatie van cijfers.

In plaats daarvan pleit Deming voor het verbeteren van het systeem zelf. Wat belemmert mensen om goed werk te leveren? Waar zitten knelpunten in het proces? Welke randvoorwaarden ontbreken? De rol van leiderschap is niet het opleggen van normen, maar het mogelijk maken van prestaties. Mensen willen van nature goed werk leveren; als ze de ruimte krijgen.

Normen die geen rekening houden met het systeem, maken het systeem zwakker.

Principe 12: Verwijder belemmeringen die trots op vakmanschap in de weg staan

Een medewerker in de klantenservice vertelde ooit: “Ik weet hoe het beter kan, maar ik krijg de kans niet.” Haar werk werd gestuurd via scripts, tijdsnormen en standaardantwoorden. Ze voelde zich geen professional meer, maar een schakel in een callcenterfabriek. De motivatie zakte langzaam weg, net als de kwaliteit van het gesprek.

Deming stelt dat medewerkers trots willen zijn op hun werk. Maar dat kan alleen als ze ruimte krijgen om hun kennis en kunde in te zetten. En als systemen, procedures en leidinggevenden hen daarin ondersteunen. Als mensen belemmerd worden door bureaucratie, slechte tools of micromanagement, dooft hun vakmanschap uit.

Wil je kwaliteit? Begin dan met het herstellen van de trots op het werk.

Principe 13: Stimuleer onderwijs en zelfverbetering

We zeggen vaak dat “mensen het belangrijkste kapitaal zijn” van de organisatie. Maar hoe vaak handelen we daar ook echt naar? Opleiding en ontwikkeling krijgen in de praktijk vaak pas aandacht als het functioneringsgesprek eraan komt, of als er budget over is aan het eind van het jaar. Deming vindt dat onvoldoende.

Hij pleit voor een cultuur waarin leren vanzelfsprekend is. Niet alleen gericht op functie-eisen, maar ook op persoonlijke groei. Mensen die zichzelf blijven ontwikkelen, blijven scherper, creatiever en betrokken. Voor een organisatie in beweging is dat essentieel. Zeker in omgevingen waar verandering de enige constante is.

Wie blijft leren, blijft verbeteren. En daar profiteert de hele organisatie van.

Principe 14: Zet iedereen in het bedrijf in voor de transformatie

Hoe krijg je beweging in een organisatie? Hoe zorg je dat verbeteren niet iets is van “de afdeling Kwaliteit” of “de directie”, maar van iedereen? Deming sluit zijn 14 principes af met een oproep tot gezamenlijke verantwoordelijkheid. Werkelijke verandering lukt alleen als alle lagen van de organisatie eraan bijdragen.

Dat vraagt om leiderschap, communicatie en betrokkenheid. Maar ook om ruimte. Medewerkers moeten mee kunnen denken én mee kunnen doen. Veranderen lukt niet met een top-down projectplan alleen. Het vraagt om dialoog, vertrouwen en de bereidheid om te luisteren naar de mensen die het werk doen.

Transformatie is geen traject. Het is een beweging waaraan iedereen meedoet - of het gebeurt niet.

Toepassing in de Lean Six Sigma praktijk

De 14 principes van Deming sluiten naadloos aan bij de manier waarop Lean Six Sigma naar continu verbeteren kijkt. Beide benaderingen leggen de focus op procesdenken, het verminderen van variatie en het actief betrekken van medewerkers bij verbetering. Of het nu gaat om het voorkomen van fouten, het creëren van leiderschap of het bouwen aan samenwerking tussen afdelingen; in vrijwel elk onderdeel van Lean Six Sigma zijn sporen van Deming’s denken terug te vinden.

Voorbeelden van hoe Deming's principes terugkomen in Lean Six Sigma:

  • DMAIC is gericht op systematische verbetering.

  • Root Cause Analysis voorkomt symptoombestrijding.

  • Lean benadrukt samenwerking in de waardestroom.

  • Statistische procescontrole richt zich op variatiebeheersing.

  • Training en standaardisatie zijn essentieel in LSS-trajecten.

Deming laat zien dat duurzame verbetering vraagt om een diepgaande aanpak die verder gaat dan tools of projecten. Lean Six Sigma biedt daarvoor de methodiek, maar de cultuur en het leiderschap bepalen of het ook echt slaagt. Daarom is het belangrijk dat professionals en leidinggevenden de principes van Deming herkennen en actief vertalen naar hun dagelijkse praktijk.

Tips om Deming’s principes concreet toe te passen binnen Lean Six Sigma:

  • Start elk verbeterproject met een heldere probleemstelling en meetbare doelstelling.

  • Kijk bij elk probleem of het systeem zelf moet worden aangepast; focus niet alleen op fouten.

  • Bouw vertrouwen door fouten bespreekbaar te maken in dagstarts of retrospectieven.

  • Vervang slogans of vage doelen door meetbare, gedragen verbeterdoelen.

  • Maak trainingen en kennisdeling een vast onderdeel van elk verbeterprogramma.

Wat jij nu kunt doen met deming’s principes

De 14 principes van Deming bieden meer dan alleen inzichten uit het verleden. Ze vormen een krachtig en actueel kader voor organisaties die serieus werk willen maken van kwaliteit en continu verbeteren. Veel van zijn ideeën zie je terug in Lean Six Sigma, van procesgericht denken tot het versterken van leiderschap en samenwerking. Door de principes bewust toe te passen, leg je een stevig fundament voor duurzame verbetering; in elke sector, op elk niveau.

Wil je de principes van Deming praktisch toepassen binnen jouw organisatie? Impactery helpt je daar graag bij. Of het nu gaat om een verbetertraject, leiderschapsontwikkeling of het versterken van de continu-verbetercultuur: onze consultancy-diensten bieden concrete ondersteuning. Liever zelf aan de slag? Bekijk dan onze Lean Six Sigma trainingen, van Yellow tot Black Belt. Heb je vragen of zoek je sparring over een specifieke uitdaging? Neem gerust contact op. We denken graag met je mee.

Andere artikelen die we graag met je delen

Bekijk onze kennisbank

Weten wat wij voor je kunnen betekenen?

Vraag nu een offerte aan.

Vraag je offerte aan

Liever persoonlijk contact?

Neem direct contact op.

Willem Heijboer

Willem Heijboer

Master Black Belt

+31 (0)6 25 07 58 85 willem@impactery.nl