Wat is de Effort-Benefit-matrix?
De Effort-Benefit-matrix is een praktisch hulpmiddel dat helpt om keuzes te maken. Je gebruikt het om ideeën, projecten of verbeterinitiatieven te beoordelen op basis van twee simpele criteria: de benodigde inspanning (effort) en het verwachte voordeel (benefit). Dit maakt het een waardevol instrument binnen Lean Six Sigma, waar focus en prioritering essentieel zijn. De matrix helpt je om gestructureerd te beslissen welke acties de meeste impact hebben en het minst belastend zijn voor je team of organisatie.
Het grote voordeel van de matrix zit in de eenvoud. Je zet initiatieven uit op een assenstelsel: inspanning op de horizontale as en voordelen op de verticale. Hierdoor ontstaat een helder overzicht van welke projecten prioriteit verdienen. Het voorkomt dat je tijd verspilt aan complexe taken met weinig resultaat en richt de aandacht op wat echt verschil maakt. Of je nu werkt aan procesverbetering, strategische doelen of dagelijkse taken, de Effort-Benefit-matrix geeft je een stevige basis voor onderbouwde keuzes.
De kwadranten van de Effort-Benefit-matrix
De Effort-Benefit-matrix bestaat uit twee assen: de horizontale as representeert de inspanning (effort), terwijl de verticale as het voordeel (benefit) weergeeft. Door ideeën of projecten op deze twee dimensies te plotten, ontstaat een visueel overzicht dat helpt om prioriteiten te stellen. Vaak resulteert dit in vier kwadranten, maar soms worden er drie gebruikt, afhankelijk van de context en het doel. Elk kwadrant geeft een andere categorie aan, met specifieke kenmerken en implicaties voor besluitvorming.
Quick Wins. Lage inspanning, hoog voordeel. Dit zijn de initiatieven die je direct wilt oppakken. Ze leveren snelle resultaten op zonder veel middelen of tijd te vragen. Voorbeeld: Het invoeren van een automatisch antwoord op veelgestelde klantvragen.
Major Projects. Hoge inspanning, hoog voordeel. Dit zijn strategische projecten die veel opleveren, maar ook veel voorbereiding en middelen vragen. Deze vereisen planning en vaak een bredere inzet van je team. Voorbeeld: Het implementeren van een nieuw IT-systeem om processen te automatiseren.
Fill-ins. Lage inspanning, laag voordeel. Deze projecten hebben weinig impact, maar zijn ook makkelijk uit te voeren. Je kunt ze aanpakken als je tijd over hebt of als aanvulling op grotere projecten. Voorbeeld: Kleine aanpassingen aan interne documenttemplates.
Thankless Tasks. Hoge inspanning, laag voordeel. Deze wil je vermijden, tenzij ze absoluut noodzakelijk zijn. Ze kosten veel tijd en middelen en dragen weinig bij aan de organisatie. Voorbeeld: Een uitgebreide rapportagestructuur opzetten die bijna nooit wordt gebruikt.