Wat is Total Productive Maintenance (TPM) en hoe werkt het?
Total Productive Maintenance, of TPM, is een onderhoudsstrategie die zich richt op het voorkomen van storingen en productiestilstand door machines en apparatuur in optimale conditie te houden. In plaats van onderhoud uit te voeren wanneer er al iets kapot is, werkt TPM proactief: medewerkers voeren regelmatig controles uit zodat kleine gebreken op tijd worden gesignaleerd. Dit verhoogt de betrouwbaarheid van machines, en draagt bij aan een cultuur waarin iedereen verantwoordelijk is voor het onderhoud. Operators worden actief betrokken bij dagelijkse taken zoals schoonmaken en inspecteren, wat zorgt voor eigenaarschap en een hogere productiviteit.
TPM maakt onderhoud een integraal onderdeel van de werkvloer. In de praktijk betekent dit dat bedrijven met TPM een continue productiestroom realiseren en kwaliteitsproblemen voorkomen. Neem bijvoorbeeld een voedingsproducent, waar operators door dagelijkse controles slijtage tijdig opmerken en zo stilstand en verspilling voorkomen. Met kernbegrippen zoals ‘Autonoom Onderhoud’ zorgt TPM ervoor dat medewerkers hun machines leren kennen en onderhouden, waardoor zij eigenaarschap voelen over het proces. Dit maakt TPM meer dan een techniek: het is een benadering die productiviteit verhoogt, kosten verlaagt en teams sterker maakt.
De geschiedenis van Total Productive Maintenance (TPM)
TPM vindt zijn oorsprong in Japan, waar het ontstond vanuit de behoefte aan efficiëntie en continuïteit in productieprocessen. De methodiek is sterk beïnvloed door de Japanse focus op kwaliteit en betrokkenheid van alle werknemers. Hier een overzicht van de belangrijkste mijlpalen:
1950s – In Japan wordt het concept van onderhoud overgenomen van Amerikaanse bedrijven, waar men al werkt met preventief onderhoud. Japanse bedrijven, waaronder Toyota, beginnen onderhoud te zien als essentieel voor kwaliteit en continuïteit in productie. Toch blijft onderhoud reactief.
1960s – Bij Nippondenso (onderdeel van Toyota) wordt het ‘preventief onderhoud’ verder ontwikkeld. Er komt steeds meer focus op het vermijden van storingen door gepland onderhoud en routinecontroles. Dit vormt de eerste stap naar TPM, met als doel om problemen vóór te zijn in plaats van ze alleen op te lossen.
1971 – Seiichi Nakajima, een ingenieur van het Japan Institute of Plant Maintenance (JIPM), introduceert TPM als een formele onderhoudsstrategie. Nakajima legt de basisprincipes vast, waaronder de betrokkenheid van alle medewerkers en het streven naar nul defecten, nul stilstand en een veiligere werkomgeving. Dit wordt officieel gezien als het begin van TPM.
1974 – Het Japan Institute of Plant Maintenance (JIPM) introduceert de TPM Excellence Award, een beloning voor bedrijven die de principes van TPM succesvol implementeren. Deze award stimuleert het behalen van de hoogste normen in onderhoud en trekt internationaal de aandacht.
1980s – TPM groeit internationaal, vooral binnen de automotive- en maakindustrie. Bedrijven buiten Japan, waaronder veel in de Verenigde Staten en Europa, adopteren TPM om stilstand te verminderen en productiebetrouwbaarheid te verhogen. TPM wordt een belangrijk onderdeel van de opkomende Lean-filosofie.
1990s – De acht pijlers van TPM worden gestandaardiseerd, inclusief pijlers zoals autonoom onderhoud, gepland onderhoud en kwaliteit. TPM wordt breder toepasbaar en begint ook administratieve en dienstverlenende processen te optimaliseren, wat de populariteit verder vergroot.
2000s en daarna – TPM evolueert met technologische ontwikkelingen zoals digitale monitoring, sensoren en data-analyse. Dit maakt voorspellend onderhoud mogelijk en verhoogt de efficiëntie. In moderne productieomgevingen blijft TPM een essentieel onderdeel voor het bereiken van maximale betrouwbaarheid en productiviteit.