Inleiding tot de Wet van Little
De Wet van Little is een eenvoudige formule met een enorme impact. Het legt een verband tussen drie variabelen – WIP (Work in Progress), doorlooptijd en doorstroomsnelheid – en maakt processen inzichtelijker. Hoewel de formule vooral bekend is in Lean en procesoptimalisatie, heeft het een interessante ontwikkeling doorgemaakt. Van academische ontdekking tot praktische toepassing. Hieronder een chronologisch overzicht:
1954: John Little, een wiskundige, begint zijn onderzoek naar wachtrijen en processtromen. Zijn werk richt zich op het kwantificeren van relaties binnen logistieke systemen.
1961: Little publiceert A Proof for the Queuing Formula. Hij bewijst dat het verband tussen WIP, doorlooptijd en doorstroomsnelheid altijd geldt, ongeacht het type proces.
1970s: De wet wordt opgepikt door industrieën zoals productie en logistiek, mede door de invloed van Lean Manufacturing en het Toyota Productie Systeem.
1990s: Met de opkomst van Lean Six Sigma wordt de Wet van Little populair in dienstverlenende sectoren zoals zorg en IT. Het biedt handvatten om wachttijden en doorlooptijden te verkorten.
Heden: De Wet van Little is onmisbaar geworden voor procesanalyses. Van productiebedrijven tot consultancyprojecten – de eenvoud en toepasbaarheid spreken iedereen aan.
Belangrijke Concepten binnen de Wet van Little
De Wet van Little draait om drie variabelen die samen de basis vormen voor procesbeheer: WIP (Work in Progress), doorlooptijd en doorstroomsnelheid. Door deze variabelen in balans te brengen, kun je processen efficiënter maken en bottlenecks opsporen. Het begrijpen van deze kernbegrippen is cruciaal voor procesoptimalisatie. Dit zijn de drie variabelen:
Voorraad (Work in Progress - WIP): Het aantal items dat zich op een bepaald moment in het proces bevindt. Denk aan bestellingen in een wachtrij of producten op een lopende band.
Doorlooptijd (Lead Time): De tijd die een item nodig heeft om het hele proces te doorlopen, van start tot finish. Voor klanten vertaalt dit zich vaak naar de wachttijd.
Doorstroomsnelheid (Throughput Rate): Hoeveel items een proces per tijdseenheid oplevert, bijvoorbeeld het aantal orders per uur dat wordt afgehandeld.
Deze drie variabelen staan in relatie tot elkaar via een eenvoudige formule:
WIP = Doorstroomsnelheid × Doorlooptijd.
Voorbeeld berekening van Wet van Little
Stel dat een koffiebar gemiddeld 12 klanten per uur bedient (doorstroomsnelheid). Als klanten gemiddeld 15 minuten (0,25 uur) in de zaak zijn, hoeveel klanten bevinden zich dan op elk moment in het proces?
Doorstroomsnelheid: 12 klanten/uur
Doorlooptijd: 0,25 uur (15 minuten)
WIP = 12 × 0,25 = 3 klanten
Dit betekent dat er gemiddeld 3 klanten in de koffiebar aanwezig zijn. Als de doorlooptijd toeneemt, bijvoorbeeld doordat bestellingen langer duren, stijgt ook het aantal klanten in het proces. Dit inzicht maakt de Wet van Little waardevol: het toont de directe impact van veranderingen en helpt verspilling te minimaliseren.