Wat is Lewin’s Verandermodel?
Lewin’s Verandermodel verdeelt verandering in drie logische fasen: Unfreeze, Change en Refreeze. Dit helpt organisaties begrijpen dat verandering niet in één stap gebeurt, maar een proces is. Eerst moet de bestaande situatie worden losgelaten (Unfreeze). Daarna vindt de daadwerkelijke transitie plaats (Change). Tot slot wordt de nieuwe werkwijze verankerd (Refreeze). Dit model is eenvoudig, maar effectief, omdat het rekening houdt met de menselijke kant van verandering. Verandering roept vaak weerstand op. Door stap voor stap te werken, wordt die weerstand verminderd en de kans op succes vergroot.
Het model wordt veel gebruikt in Lean Six Sigma en Change Management. In een Lean-omgeving helpt het bijvoorbeeld bij het doorvoeren van procesverbeteringen zonder terug te vallen in oude gewoonten. In strategische transformaties zorgt het voor een gestructureerde overgang naar nieuwe werkwijzen. De kracht zit in de eenvoud: het dwingt je om na te denken over wat er nodig is vóór, tijdens en na de verandering.
Unfreeze: Creëer urgentie en bereid mensen voor op de verandering.
Change: Implementeer nieuwe processen, structuren of werkwijzen.
Refreeze: Zorg dat de verandering blijvend wordt en deel van de cultuur wordt.
Fase 1: Unfreeze – De Basis voor Verandering
Voordat je iets verandert, moet je eerst het oude loslaten. Dat is waar de Unfreeze-fase om draait. Mensen raken gewend aan bestaande werkwijzen, zelfs als die niet optimaal zijn. Verandering roept daarom vaak weerstand op. In deze fase zorg je ervoor dat medewerkers inzien waarom verandering nodig is. Dat doe je door een gevoel van urgentie te creëren en duidelijk te maken wat de voordelen zijn. Dit is het moment waarop je de status quo ter discussie stelt en mensen mentaal voorbereidt op de volgende stap.
Wat moet je concreet doen? Begin met communicatie: leg helder uit waarom verandering nodig is en hoe het hen helpt. Betrek medewerkers in een vroeg stadium, zodat ze zich gehoord voelen en zelf input kunnen leveren. Ondersteun je boodschap met data of praktijkvoorbeelden die laten zien waarom doorgaan op dezelfde weg geen optie is. Soms helpt het om kleine verstoringen aan te brengen in de huidige manier van werken, zodat mensen vanzelf de noodzaak van verandering voelen.
Maak de urgentie tastbaar door feiten, cijfers en praktijkvoorbeelden.
Zorg voor draagvlak door medewerkers vroeg te betrekken en te laten meedenken.
Doorbreek routines om mensen bewust te maken van de noodzaak tot verandering.
Fase 2: Change – Implementatie en Acceptatie
Dit is de fase waarin de daadwerkelijke verandering plaatsvindt. De Change-fase draait om actie: oude gewoonten worden losgelaten en nieuwe werkwijzen worden geïntroduceerd. Dit is vaak een periode van onzekerheid. Mensen hebben tijd nodig om zich aan te passen en te wennen aan nieuwe processen, structuren of gedragingen. Zonder goede begeleiding kunnen medewerkers terugvallen in oude patronen. Effectieve communicatie en ondersteuning zijn hier cruciaal om ervoor te zorgen dat de verandering niet slechts tijdelijk is.
Wat moet je concreet doen? Bied duidelijke richtlijnen en zorg voor training waar nodig. Creëer quick wins om vertrouwen in de verandering te vergroten en mensen te laten ervaren dat de nieuwe werkwijze beter is. Houd de lijnen open voor feedback, zodat medewerkers kunnen aangeven waar ze tegenaan lopen en zich gehoord voelen. Leiderschap speelt hier een grote rol: geef zelf het goede voorbeeld en laat zien dat de verandering werkt.
Bied ondersteuning met training, coaching en heldere instructies.
Creëer successen door quick wins zichtbaar te maken en te vieren.
Stimuleer betrokkenheid door actief naar feedback te luisteren en aan te passen.
Fase 3: Refreeze – Verankering van de Verandering
Zodra de verandering is doorgevoerd, is het verleidelijk om door te gaan naar de volgende uitdaging. Maar zonder een goede Refreeze-fase vallen mensen vaak terug in hun oude gewoonten. In deze fase zorg je ervoor dat de nieuwe manier van werken de norm wordt. Dit betekent dat processen, structuren en gedrag op de lange termijn worden geborgd. Pas als de verandering echt is ingebed in de organisatiecultuur, kun je spreken van een succesvolle transformatie.
Wat moet je concreet doen? Maak de verandering onderdeel van dagelijkse routines door deze op te nemen in werkprocessen en KPI’s. Beloon gewenst gedrag, zodat medewerkers worden gestimuleerd om vast te houden aan de nieuwe werkwijze. Blijf monitoren en evalueren, zodat je vroeg kunt ingrijpen als er signalen zijn dat mensen terugvallen in oude patronen. Een verandering is pas echt geslaagd als hij zonder extra inspanning wordt volgehouden.
Veranker nieuwe werkwijzen door ze in processen en systemen te integreren.
Beloon en erken medewerkers die de verandering succesvol toepassen.
Blijf controleren en bijsturen om terugval in oude gewoonten te voorkomen.