Dagstarts met Lean
- Willem Heijboer

Een dagstart of weekstart lijkt misschien simpel: even samenkomen met het team en de stand van zaken bespreken. Toch gaat er veel schuil achter deze korte overlegvormen. Ze helpen teams om grip te houden op de dagelijkse operatie, snel in te grijpen bij problemen en structureel verbeteringen door te voeren. In dit artikel lees je hoe je dagstarts en weekstarts effectief inricht, welke valkuilen er zijn en welke succesfactoren zorgen dat het geen ritueel wordt, maar een krachtige manier van sturen.

Wat is een dagstart?

Een dagstart is een kort, gestructureerd overleg aan het begin van de werkdag. Het team bespreekt de resultaten van gisteren, kijkt vooruit naar vandaag en benoemt knelpunten of verbeterkansen. De bijeenkomst vindt meestal staand plaats, vaak bij een visueel bord waarop prestaties en acties zichtbaar zijn. Door de vaste structuur en korte duur ontstaat focus en energie. Het doel is om iedereen op één lijn te brengen, afwijkingen direct te signaleren en samen oplossingen te vinden.

Een dagstart is een dagelijks teamoverleg van 10 tot 15 minuten om prestaties, knelpunten en acties te bespreken.

Er bestaan meerdere termen voor hetzelfde principe. In Lean-omgevingen wordt gesproken over Lean Operationeel Management (LOM) of Lean Daily Management. Agile teams gebruiken vaak de term daily stand-up of daily scrum. Binnen organisaties hoor je ook dagstartoverleg, ochtendhuddle of prestatiedialoog. Hoewel de woorden verschillen, draait het steeds om hetzelfde: teams creëren een vast moment van afstemming en verbeteren continu de samenwerking en prestaties. Het is dus niet hetzelfde als een praatje bij de koffiemachine.

Waarom zijn dagstarts belangrijk?

Dagstarts brengen veel voordelen met zich mee voor zowel medewerkers als de organisatie. Dagstarts bewijzen hun waarde in uiteenlopende sectoren. In een productieomgeving helpt de dagstart om de lijn soepel te laten draaien, kwaliteit te bewaken en een vlotte ploegoverdracht te realiseren. Bij een gemeente of bank zorgt het overleg voor inzicht in werkvoorraden, doorlooptijden en betere afstemming tussen afdelingen. En in IT-teams of projectomgevingen verhoogt een dagelijkse stand-up de wendbaarheid en communicatie.

Hieronder enkele belangrijke redenen om ermee te werken:

  • Heldere doelen en prioriteiten: Tijdens de dagstart bespreekt het team de belangrijkste doelen en taken. Iedereen weet zo precies wat de prioriteiten zijn en wat er van hem of haar wordt verwacht. Dit voorkomt dat men aan de verkeerde zaken werkt en vergroot de focus op het gezamenlijke doel.

  • Snelle signalering en oplossing van problemen: Doordat elke dag kort wordt stilgestaan bij de voortgang, vallen problemen of knelpunten direct op. Het team kan meteen actie ondernemen of, als dat nodig is, het probleem escaleren. Hoe eerder een obstakel wordt opgepakt, hoe kleiner de kans dat het leidt tot vertraging of fouten.

  • Hogere productiviteit en betere resultaten: Omdat iedereen scherp en goed afgestemd aan de dag begint, neemt de productiviteit toe. Teams werken doelgerichter, vermijden dubbel werk en lossen hindernissen sneller op. Uiteindelijk draagt de dagstart bij aan betere prestaties en het consistent behalen van de teamdoelen.

  • Verhoogde betrokkenheid en teamgevoel: Dagelijks kort overleggen vergroot de inzet en betrokkenheid van medewerkers. Iedereen krijgt inzicht in elkaars werk en levert actief een bijdrage aan het gezamenlijke resultaat. Dit versterkt het teamgevoel en creëert een cultuur waarin men sneller om hulp vraagt en elkaar ondersteunt.

  • Betere communicatie en transparantie: Een dagstart vervangt lange vergaderingen of eindeloze e-mails door een kort en gestructureerd overleg. Informatie wordt direct gedeeld, misverstanden worden voorkomen en iedereen is op de hoogte van de actuele stand van zaken. Dit vergroot de transparantie binnen het team én tussen afdelingen.

  • Cultuur van continu verbeteren: Dagstarts creëren een dagelijks moment om te reflecteren op wat goed ging en wat beter kan. Door regelmatig verbeterpunten aan te stippen, ontstaat een cultuur van continu verbeteren. Kleine dagelijkse verbeteringen kunnen na verloop van tijd leiden tot grote prestatieverbeteringen. Teams leren problemen structureel op te lossen in plaats van ze te omzeilen.

Wat is het verschil tussen een dagstart en een weekstart?

Een dagstart en een weekstart lijken op elkaar, maar hebben een andere focus en horizon. De dagstart richt zich op de uitvoering van vandaag: kort en praktisch, meestal in 10 tot 15 minuten. Teams bespreken of de doelen van gisteren zijn gehaald, wat er vandaag op de planning staat en welke knelpunten aandacht vragen. Het doel is om dagelijks bij te sturen en te zorgen dat iedereen scherp en afgestemd begint. De weekstart heeft een bredere scope. Dit overleg duurt vaak langer, richt zich op de afgelopen en komende week en legt de link naar bredere afdelings- of organisatiedoelen. Er is meer ruimte voor trends, voortgang op grotere projecten en gezamenlijke afspraken voor de middellange termijn.

Waar de dagstart zorgt voor dagelijkse ritmiek en snelle acties, geeft de weekstart overzicht en richting. Beide versterken elkaar: de dagstart maakt het mogelijk om direct te reageren op afwijkingen en problemen, terwijl de weekstart helpt om het grotere geheel te bewaken en resultaten te koppelen aan de strategie. In Lean organisaties zie je vaak een combinatie, waarbij teamdagstarts input leveren voor de weekstart op afdelingsniveau.

Essentie in het kort:

  • Dagstart = dagelijks, kort, focus op vandaag, snel bijsturen.

  • Weekstart = wekelijks, langer, focus op trends en strategie, overzicht creëren.

  • Samen zorgen ze voor zowel operationele wendbaarheid als strategische richting.

Wanneer kies je voor een dagstart of een weekstart? Dat hangt af van de dynamiek van het werk. In een fabriek of klantenservice, waar de situatie van dag tot dag sterk wisselt, is een dagstart onmisbaar. In projectmatige omgevingen of kenniswerk, waar resultaten pas na langere tijd zichtbaar zijn, kan een weekstart volstaan. In de praktijk levert juist de combinatie van beide het meeste resultaat: dagelijks kort bijsturen en wekelijks de koers verankeren. Zo ontstaat een overlegstructuur die teams én management verbindt en de hele organisatie helpt om consistent de juiste prioriteiten te stellen.

Bekijk onze trainingen

Hoe richt je een dagstart in (frequentie, duur, team en bord)?

Een dagstart werkt alleen goed als je hem bewust inricht. Het is geen vrijblijvend gesprek, maar een kort en strak georganiseerd overleg dat elke dag volgens dezelfde spelregels plaatsvindt. Dat betekent keuzes maken: hoe vaak, hoe lang, met wie en met welk hulpmiddel. Een goed ingerichte dagstart voelt voorspelbaar en efficiënt, zodat iedereen weet wat er van hem of haar verwacht wordt.

Hieronder de belangrijkste elementen om concreet te regelen:

  • Frequentie en tijdstip: Plan de dagstart op een vast moment, bij voorkeur elke ochtend op hetzelfde tijdstip. De voorspelbaarheid zorgt dat het vanzelf een gewoonte wordt. Bij ploegendiensten betekent dit meestal dat elke shift zijn eigen dagstart heeft, direct bij de overdracht.

  • Duur en vorm: Houd het kort en krachtig, idealiter 10 tot 15 minuten. Staand overleg helpt om de vaart erin te houden en voorkomt dat het uitloopt. Discipline is belangrijk: start op tijd en eindig op tijd, ook als iemand ontbreekt.

  • Deelnemers en rollen: Betrek het hele team dat gezamenlijk verantwoordelijk is voor de prestaties. Houd de groep overzichtelijk (meestal 5 tot 10 personen). Wijs een facilitator aan die de structuur bewaakt, en laat deze rol regelmatig rouleren om eigenaarschap te vergroten.

  • Locatie en hulpmiddel: Kies een plek dicht bij de werkvloer waar iedereen makkelijk kan aansluiten. Gebruik altijd een visueel bord, fysiek of digitaal, waarop prestaties, knelpunten en acties duidelijk zichtbaar zijn. Het bord is de leidraad van het gesprek.

  • Voorbereiding: Zorg dat het bord altijd actueel is. Cijfers en grafieken (KPI's) moeten vóór de dagstart zijn bijgewerkt. Zo gaat geen tijd verloren aan het zoeken naar informatie en kan het team direct in gesprek over de inhoud.

  • Vaste structuur en spelregels: Werk met een vaste agenda, zoals: terugblik op gisteren, status van de KPI’s, planning voor vandaag, knelpunten en acties. Hang de spelregels zichtbaar bij het bord, bijvoorbeeld: “kort en bondig, geen details, focus op acties.”

Een dagstart inrichten vraagt dus een aantal duidelijke keuzes. Het is even investeren in structuur, maar zodra het ritme staat, profiteert het hele team dagelijks van meer overzicht, betere samenwerking en een sterkere focus op resultaten. Neem contact op als je hulp hierbij kan gebruiken.

Hoe ziet een goed verbeterbord eruit?

Een dagstart draait om zichtbaarheid. Het visuele bord vormt de ruggengraat van het overleg: hierop staat alle informatie die het team nodig heeft om scherp te sturen en samen keuzes te maken. Er bestaan verschillende soorten borden, afhankelijk van de context. In een productieomgeving ligt de nadruk vaak op harde cijfers en operationele sturing. Het team bespreekt vooral KPI’s, afwijkingen en de gekozen tegenmaatregelen. In een kantoor- of dienstverlenende omgeving kan het bord meer ruimte bieden voor samenwerkingsthema’s, zoals werkverdeling, klantbeleving of lopende initiatieven. Welke insteek je ook kiest, het is belangrijk dat het bord overzichtelijk blijft. Een dagstart is kort, dus te veel onderwerpen werkt averechts.

Een effectief verbeterbord bevat meestal de volgende onderdelen:

  • Teamdoelen en KPI’s: Overzichten van de belangrijkste prestatie-indicatoren, zoals productiecijfers, doorlooptijden, foutpercentages of klanttevredenheid. Met een visuele weergave (grafiek, score of thermometer) wordt in één oogopslag duidelijk of de doelstelling is behaald.

  • Statusindicatoren: Duidelijke signalen die afwijkingen direct zichtbaar maken, bijvoorbeeld via rood/groen markeringen of smileys. Zo ziet iedereen in een seconde waar aandacht voor nodig is.

  • Actielijst: Alle openstaande verbeteracties met een actiehouder en een deadline. Dit zorgt voor zichtbare opvolging en voorkomt dat afspraken blijven liggen. Bij een volgende dagstart kan meteen worden teruggekoppeld of acties zijn afgerond.

  • Werkverdeling of planning: Een overzicht van wie aanwezig is, welke capaciteit beschikbaar is en welke taken of projecten lopen. Zeker in kantooromgevingen geeft dit duidelijkheid en voorkomt het dubbel werk.

  • Knelpunten en bijzonderheden: Een aparte ruimte voor actuele problemen, obstakels of opvallende gebeurtenissen. Denk aan een machine die uitvalt, een systeemstoring of een piek in werkdruk. Door deze zichtbaar te maken kan het team direct afspraken maken voor vandaag.

  • Mededelingen of teamthema’s: Korte, gezamenlijke updates zoals belangrijke gebeurtenissen, nieuwe richtlijnen of een compliment voor een afgerond project. Dit helpt om verbinding te houden en niet alleen op cijfers te sturen.

Zo’n verbeterbord kan tegenwoordig ook digitaal worden ingericht, bijvoorbeeld in Microsoft Teams, Trello of via dashboards. Dat maakt het praktisch voor teams die verspreid werken. Toch blijft een fysiek bord meestal het krachtigste. Het hangt zichtbaar op de werkvloer, nodigt uit tot interactie en maakt de dagstart tastbaar. Voor veel teams geldt: wat je ziet, bespreek je – en dat werkt het beste met een bord waar iedereen letterlijk omheen kan staan.

Meer over Consultancy

Hoe voer je een prestatiedialoog effectief?

De prestatiedialoog is het hart van de dagstart. Hierin bespreekt het team prestaties, afwijkingen en verbeteracties. Zonder zo’n gestructureerd gesprek verzandt de dagstart al snel in een gezellig koffiemoment. Daarom zijn duidelijke KPI’s nodig: meetpunten die richting geven aan het gesprek. Het team stelt steeds dezelfde kernvragen: halen we ons doel, zo niet waarom niet, en welke actie koppelen we eraan? Daarmee sluit de prestatiedialoog naadloos aan op de PDCA-cyclus: plannen, uitvoeren, checken en bijsturen.

Een goede prestatiedialoog verloopt volgens een vaste structuur. Begin kort positief door successen van gisteren te delen. Bespreek daarna per KPI of doelstelling of de resultaten gehaald zijn, en noteer afwijkingen. Onderzoek kort de oorzaken, zonder te vervallen in schuldvragen. Vervolgens bepaal je concrete acties met eigenaar en deadline, en bespreek je of er hulp nodig is uit andere teams of het MT. Sluit af met een samenvatting van afspraken en eventuele korte mededelingen. Blijf bondig: diepgaande probleemanalyses horen in een aparte sessie, niet in de dagstart zelf. Zo behoudt de dagstart tempo en focus.

De essentie van een prestatiedialoog:

  • Start positief: Begin met behaalde resultaten of kleine successen om energie te creëren.

  • Resultaten vs. doelen: Bespreek kort per KPI of targets zijn gehaald en benoem afwijkingen.

  • Analyseer oorzaken: Zoek naar de belangrijkste reden van afwijkingen, zonder schuldigen te zoeken.

  • Acties en eigenaarschap: Leg afspraken vast met duidelijke namen en deadlines.

  • Vraag om hulp: Maak zichtbaar waar ondersteuning of escalatie nodig is.

  • Afronden met afspraken: Herhaal wie wat gaat doen en noteer dit op het verbeterbord.

  • Focus behouden: Los geen problemen volledig op tijdens de dagstart, maar plan dat apart.

Hoe pak je verbeteringen uit de dagstart op?

Een dagstart is vaak het moment waarop afwijkingen of knelpunten aan het licht komen. Denk aan een rode KPI (doel niet gehaald) of een melding dat een proces vastloopt. Het is belangrijk dat zulke signalen niet blijven liggen, maar direct worden omgezet in concrete verbeteracties. Binnen Lean Six Sigma betekent dat: signaleren, oorzaken onderzoeken en acties vastleggen. Soms is een snelle correctieve actie voldoende, soms vraagt het om een preventieve oplossing om herhaling te voorkomen. Het doel is altijd om de onderliggende oorzaak aan te pakken, in plaats van alleen het symptoom.

Afhankelijk van de omvang en complexiteit kan de vervolgstap verschillen. Kleine issues los je dezelfde dag op met een Quick Win. Structurele problemen vragen vaak om een Kaizen Event met een A3-aanpak, terwijl hardnekkige en complexe vraagstukken beter via een volledig DMAIC-traject kunnen worden aangepakt. Als een probleem buiten de invloed van het team valt, is escalatie naar het MT noodzakelijk. Cruciaal is dat de opvolging zichtbaar blijft op het verbeterbord en dat in de volgende dagstart of weekstart wordt teruggekoppeld of de actie is uitgevoerd en wat het resultaat is. Alleen dan groeit de dagstart uit tot een motor voor continu verbeteren.

De stappen in de praktijk:

  1. Probleem zichtbaar maken: Registreer afwijkingen direct op het verbeterbord, bijvoorbeeld op een knelpuntenlijst, actielijst of met een Kaizen-kaart. Zo blijft het probleem in beeld.

  2. Direct vervolg afspreken: Bespreek tijdens de dagstart of het probleem klein en direct oplosbaar is, of dat een groter traject nodig is. Wijs altijd een eigenaar aan die het oppakt.

  3. Passende aanpak kiezen: Voor simpele issues volstaat een Quick Win; voor middelgrote problemen is een Kaizen Event of A3-aanpak geschikt; bij complexe vraagstukken start je een DMAIC-project.

  4. Acties uitvoeren en terugkoppelen: Zorg dat acties concreet zijn, met een eigenaar en deadline. Kom hier in volgende dagstarts of weekstarts kort op terug.

  5. Escaleren waar nodig: Als het probleem het team overstijgt, bespreek het in de dagstart van het MT of vraag ondersteuning van een specialist.

  6. Afronden en vieren: Zodra het probleem is opgelost of de KPI weer op groen staat, sluit je de actie af op het bord en vier je kort het resultaat. Dat houdt energie en motivatie hoog.

Gewenst gedrag tijdens dagstart

Naast een praktisch overlegmoment is een dagstart een manier om gedrag en cultuur te ontwikkelen. Teams die hierin succesvol zijn, hebben vooraf samen besproken welk gedrag zij wenselijk vinden. Denk aan: iedereen komt op tijd, het bord is bijgewerkt, en afwijkingen worden zonder omwegen gedeeld. Ook hoort erbij dat het gesprek respectvol en constructief blijft: problemen benoemen mag, maar altijd met het doel om samen te verbeteren. Door dit expliciet met elkaar af te stemmen, voorkom je misverstanden en ontstaat een gezamenlijke standaard.

Om dit gedrag te borgen, helpt het om observatie en coaching structureel in te bouwen. Sommige teams werken met een observatorrol die elke dag rouleert: iemand let dan specifiek op proces en houding en deelt na afloop een tip en een top. Ook kan een leidinggevende of Lean coach aansluiten om feedback te geven of te faciliteren wanneer het gesprek vastloopt. Het idee is niet om te controleren, maar om continu te leren: steeds een stapje dichter bij de gewenste manier van werken.

Na verloop van tijd gaat een team zelf corrigerend optreden: men spreekt elkaar direct aan wanneer er wordt afgedwaald, of wanneer iemand te lang het woord neemt. Daarmee wordt de dagstart niet alleen een stuurinstrument, maar ook een leermoment. Door gewenst gedrag zichtbaar te maken, af te spreken en te oefenen, groeit de dagstart uit tot een vast ankerpunt in de cultuur van continu verbeteren.

  • Afstemmen en naleven: team bespreekt en hanteert samen de gedragsregels.

  • Observeren en coachen: tip/top feedback door observator of coach.

  • Faciliteren en corrigeren: leidinggevende of team bewaakt de structuur en spreekt elkaar aan.

De rol van de facilitator bij dagstarts

Een dagstart staat of valt met de manier waarop deze wordt begeleid. Een goede facilitator maakt het verschil tussen een inspirerend overleg en een routineklus. De facilitator bewaakt de structuur, houdt de vaart erin en zorgt dat de bespreking actiegericht blijft. In veel teams doet de teamleider dit, maar juist in de beginfase is het waardevol om een ervaren Green Belt, Black Belt of Lean-coach te laten faciliteren. Dat helpt om de juiste standaard neer te zetten en het team te leren wat een goede dagstart inhoudt.

De facilitator heeft drie kerntaken: (1) het overleg strak en tijdig laten verlopen, (2) zorgen dat iedereen actief meedoet, en (3) sturen op concrete acties en besluiten. Daarnaast zet de facilitator de toon door een positieve sfeer te creëren, successen zichtbaar te maken en afspraken consequent te bewaken. Daarmee is hij of zij procesbewaker, gespreksleider en aanjager tegelijk.

Belangrijk is dat deze rol niet betekent dat de facilitator álles zelf moet doen. In veel Lean-teams worden ondersteunende rollen verdeeld: iemand kan bijvoorbeeld als timekeeper de klok in de gaten houden, een ander noteert actiepunten, of iemand leidt tijdelijk als voorzitter. Door dit te rouleren leren teamleden verschillende vaardigheden en blijft iedereen betrokken. De facilitator is dus primair verantwoordelijk voor het proces, maar kan en moet taken slim delegeren.

Naast het dagelijks leiden van de dagstart is er ook de rol van coach. Zeker in de eerste weken is het gebruikelijk dat een ervaren facilitator of Lean-coach aanwezig is. Die kan het overleg voordoen, feedback geven (“Wat ging goed, waar liep het spaak?”) en tips geven over vraagtechnieken of het strak houden van de agenda. Gaandeweg wordt deze rol afgebouwd en kan het team de dagstart zelfstandig draaien. Het uiteindelijke doel is een zelfsturend team, waarin iedereen verantwoordelijkheid neemt voor zowel de inhoud als het proces.

Belangrijke taken van de facilitator

  • Structuur bewaken: strak starten, kort houden, afkappen van details.

  • Iedereen betrekken: stille collega’s uitnodigen, dominante sprekers begrenzen.

  • Actiegericht sturen: problemen altijd vertalen naar concrete acties en besluiten.

  • Positieve toon zetten: successen benadrukken, afspraken opvolgen.

  • Taken verdelen: timekeeper, notulist of voorzitter kunnen door anderen worden opgepakt.

Veelvoorkomende valkuilen en hoe je ze voorkomt

Een dagstart lijkt eenvoudig, maar in de praktijk zijn er een aantal valkuilen die de effectiviteit snel ondermijnen. Door deze te herkennen en bewust te vermijden, blijft de dagstart een krachtig middel in plaats van een verplicht nummer. Hieronder zes veelvoorkomende problemen met de bijbehorende succesfactoren.

  • Valkuil 1: Te veel (irrelevante) informatie op het bord
    Wanneer het bord vol staat met cijfers, grafieken en details, verzandt de bespreking in informatie die weinig toevoegt. Teamleden zien door de bomen het bos niet meer. Houd het bord scherp en relevant. Beperk je tot indicatoren waar het team daadwerkelijk op kan sturen. Stel steeds de vraag: “Doen we iets met dit signaal als het verandert?” Zo niet, dan hoort het er niet op.

  • Valkuil 2: Alleen focus op cijfers en KPI’s
    Een dagstart die alleen maar draait om getallen voelt al snel klinisch en kan leiden tot misverstanden of vervreemding. Balanceer cijfers met mensgerichte onderwerpen. Bespreek naast KPI’s ook zaken als werkdruk, samenwerking en teammoraal. Vragen als “Hoe ging de samenwerking gisteren?” maken de dagstart menselijk en geven context bij de cijfers.

  • Valkuil 3: Geen opvolging van actiepunten
    Acties worden genoteerd, maar verdwijnen vervolgens in de vergetelheid. Hierdoor verdwijnt ook de motivatie om nog iets te melden. Maak opvolging zichtbaar en consequent. Begin de dagstart kort met de status van openstaande acties, wijs een verantwoordelijke aan en vier afrondingen. Zo ervaart het team dat melden écht zin heeft.

  • Valkuil 4: Gebrek aan betrokkenheid van het team
    Wanneer de dagstart voelt als het “praatje van de baas”, haken mensen af en blijft de energie uit. Activeer iedereen. Laat rollen rouleren (voorzitter, timekeeper, notulist) en zorg dat ieder teamlid kort zijn of haar bijdrage levert. Betrek het team bij de inrichting van het bord en de KPI’s, zodat het hun eigen proces wordt.

  • Valkuil 5: Te lange en overladen dagstarts
    Soms wordt geprobeerd om alle onderwerpen tegelijk in de dagstart te proppen. Het overleg loopt dan uit en mensen verliezen hun concentratie. Houd de dagstart kort en strak (maximaal 10–15 minuten). Grotere thema’s en uitgebreide analyses horen in een weekstart of apart overleg. Zo blijft de dagstart to the point en wordt de energie behouden.

  • Valkuil 6: Slechte kwaliteit van de dialoog
    Een dagstart kan verworden tot een zielloos ritueel of juist een bron van misverstanden en frustratie. Investeer in de kwaliteit van het gesprek. Gebruik een vaste structuur, stel de juiste vragen, luister actief en bewaak een open, respectvolle sfeer. Training in feedback of een korte check-out (“Hoe ging deze dagstart zelf?”) kan helpen om continu te verbeteren.

Tot slot zijn er ook algemene succesfactoren die altijd gelden. Zorg dat de dagstart consequent wordt uitgevoerd en niet wordt overgeslagen, ook niet wanneer het druk is. Laat zien dat leiders daadwerkelijk belangstelling hebben, want steun vanuit het management vergroot de waarde en het draagvlak. En vergeet niet om behaalde resultaten zichtbaar te vieren, zodat de dagstart leuk en motiverend blijft en uitgroeit tot een vaste gewoonte in plaats van een verplicht nummer.

Afronding en volgende stap

Dagstarts lijken op het eerste gezicht een eenvoudig overleg, maar achter die 10 tot 15 minuten schuilt een krachtig middel om structuur, samenwerking en prestatiegerichtheid te versterken. In dit artikel heb je gelezen wat dagstarts zijn, hoe je ze opzet, welke randvoorwaarden nodig zijn, welke valkuilen je kunt vermijden en hoe gewenst gedrag en goede facilitering bijdragen aan een cultuur van continu verbeteren. Het succes zit niet in het bord of de cijfers alleen, maar vooral in de kwaliteit van de dialoog en de acties die daaruit volgen. Wanneer teams dit consequent en met discipline toepassen, worden dagstarts hét fundament voor sturing en verbetering in de dagelijkse praktijk.

Wil je hier concreet mee aan de slag? Impactery helpt organisaties met het inrichten van operationele sturing, het opzetten van effectieve dagstarts en weekoverleggen (LOM / Daily Management), en het begeleiden van teams naar blijvend resultaat. Dit kan via consultancy-opdrachten of via praktische trainingen waarin je leert hoe je zelf goede dagstarts vormgeeft en begeleidt. Heb je een vraag of wil je weten wat dit voor jouw organisatie kan betekenen? Neem gerust contact op.

Bekijk de training Dag- en Weekoverleggen

Andere artikelen die we graag met je delen

Bekijk onze kennisbank

Weten wat wij voor je kunnen betekenen?

Vraag nu een offerte aan.

Vraag je offerte aan

Liever persoonlijk contact?

Neem direct contact op.

Willem Heijboer

Willem Heijboer

Master Black Belt

+31 (0)6 25 07 58 85 willem@impactery.nl